Duurzaamheidsagenda
In 2023 wordt een nieuw duurzaamheidsbeleid vastgesteld dat zal kijken naar de situatie waar wij over 15-20 jaar willen staan als gemeente. In lijn met het coalitieprogramma zal dit samen met onze inwoners, ondernemers en organisaties gedaan worden.
Omgevingswet
De Omgevingswet wordt naar verwachting per 1 januari 2023 van kracht en heeft consequenties voor de wijze waarop de gemeente evenwichtig functies gaat toedelen aan de fysieke leefomgeving. Een van de consequenties van de Omgevingswet is dat rijksregels naar gemeenten verhuizen. De gemeente kan deze regels zelf verder vormgeven. De gemeente kan ook regels schrappen om lokaal initiatieven (bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid) mogelijk te maken of bepaalde zaken zoals een beschermd stadsgezicht goed te beschermen. De beleidsvrijheid van gemeenten neemt daarmee toe. De omgevingswet is een wet die gestoeld is op vertrouwen dat zich mag vertalen in meer ruimte voor initiatieven van inwoners.
Het stelsel van structuurvisie, bestemmingsplan en omgevingsvergunning wordt vervangen door een nieuw instrumentarium van omgevingsvisie, omgevingsplan, mogelijke programma’s en een verder geïntegreerde omgevingsvergunning. Daarnaast wordt met ingang van de Omgevingswet het Digitaal stelsel omgevingsrecht (DSO) operationeel.
De huidige regelgeving omtrent geluid en bodem zal, net als andere regelgeving, onderdeel uit gaan maken van de Omgevingswet en vertaling gaan krijgen in het omgevingsplan. De verwachting is dat in oktober 2022 er duidelijk komt over de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de gevolgen hiervan voor andere wetgeving.
Bodem
De afgelopen jaren zien we steeds meer activiteit ontstaan in de ondergrond. Naast kabels en leidingen worden er steeds meer andere zaken aangelegd in de bodem, bijvoorbeeld: bodemwarmte systemen aangelegd, uitbreiding van netwerken, ondergrondse warmte opslag enz. Landelijk gaan er stemmen op om het beheer van de ondergrond meer aandacht te geven, bijvoorbeeld door het uitgeven van bodemkavels. De verwachting is dat ook in Heusden de vraag naar het beheer van de ondergrond binnen afzienbare tijd zal gaan spelen.
Herziening klimaatwet
Het kabinet-Rutte IV beoogt in het coalitieakkoord een klimaatneutraal Nederland in 2050. Daarom past het kabinet het doel voor de vermindering van CO2-uitstoot voor 2030 in de Klimaatwet aan van 49% naar minstens 55%.
Nationale Milieu Effect Rapportage (MER) plaatsing windturbines
Sinds het Nevele-arrest in juni 2021 kunnen we de landelijk vastgestelde milieuregels in het Activiteitenbesluit niet meer hanteren bij de besluitvorming omtrent windturbines en windparken. De Raad van State oordeelde dat er volgens het Europees recht een uitgebreid milieuonderzoek (plan-m.e.r.) had moeten plaatsvinden voor deze landelijke regels bij het uitbreiden van het windpark in Delfzijl Zuid. In het actieprogramma ‘Verankering milieubescherming na Nevele’ wordt hieraan gewerkt. In het najaar van 2022 wordt de oplevering van het milieueffectrapport (MER) verwacht.
Transport schaarste op het elektriciteitsnet
Sinds 2021 is er voor grootverbruikaansluitingen in Heusden transportschaarste voor teruglevering op het elektriciteitsnet ontstaan. In 2022 ontstond er ook transport schaarste voor afname. Dit betekent dat er tot op heden geen nieuwe grootverbruikaansluitingen meer gemaakt zijn om elektriciteit af te kunnen nemen (bijv. bij nieuwvestiging van een bedrijf) of elektriciteit terug te kunnen leveren (bijv. bij een zonneveld).
Om de transitie naar duurzaam opgewekte energie niet te laten stagneren, blijven we zoeken naar en werken aan alternatieven. We denken daarbij aan het koppelen van opwek en afname van duurzame energie via een directe kabel en aan opslag en omvorming naar bijvoorbeeld warmte.
Afval / Circulaire economie
Het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP3) zal worden opgevolgd door een Circulair Materialenplan (CMP1). Het beleid voor veilige en hoogwaardige verwerking van afvalstoffen in Nederland is opgenomen in het LAP3. Een circulaire economie vraagt echter niet alleen om goed afvalbeheer aan het eind van de keten. Met het CMP wordt de reikwijdte van het huidige LAP uitgebreid met meer sturing op hergebruik en preventie. Het CMP wil innovatie voor een circulaire economie stimuleren door ambitieuze normen vast te leggen, maar ook door bedrijven uit te dagen of te belonen om beter te presteren dan deze minimumstandaarden voor verwerking van afval. Het LAP3 loopt tot en met 2023, De verwachting is dat het CMP1 in 2024 van kracht zal worden.
Zwerfafval
De vergoeding vanuit het Afvalfonds voor de extra aanpak van zwerfafval vervalt. In plaats daarvan geldt vanaf 2023 een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) voor zwerfafval. Op grond van deze UPV moeten producenten aan gemeenten de daadwerkelijke kosten vergoeden van onder andere het opruimen van zwerfafval en van openbare afvalinzameling. Deze kosten worden bepaald door een kostenonderzoek dat in 2022 plaatsvindt. Hoe hoog de vergoeding aan gemeente zal zijn is nog niet bekend.