Paragrafen

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Een risico is een onzekere gebeurtenis met invloed op het realiseren van de doelen. De risico’s worden gekwantificeerd op basis van kans en verwacht gevolg. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in het mogelijk gevolg op financiën, imago en beleidsdoelstelling. Deze paragraaf is gericht op de financiële risico’s. Risico’s waarvoor voorzieningen zijn gevormd (zoals verliesgevende bouwgrondexploitaties) of waarvoor verzekeringen kunnen worden afgesloten zijn niet opgenomen in deze paragraaf. Het gaat alleen om risico’s die – als ze zich voordoen – opgevangen moeten worden met het weerstandsvermogen. Daarom laten we ook zien hoe het totaal van deze risico’s zich verhoudt tot de beschikbare weerstandscapaciteit.
Onlangs in de raadsvergadering van 27 september is de Nota reserves en voorzieningen 2022 vastgesteld. Daarin is een nieuwe flexibele minimumnorm opgenomen voor de beschikbare weerstandscapaciteit in relatie tot de benodigde weerstandscapaciteit van ten minste 1,4. Dat wil zeggen dat beschikbare weerstandscapaciteit (bestaande uit de algemene reserve, de stille reserves, de onbenutte belastingcapaciteit en de post onvoorzien) minimaal 140% groot moet zijn ten opzichte van de omvang van de berekende weerstandscapaciteit. De berekende weerstandscapaciteit wordt berekend op basis van de risico’s die op dat moment spelen door deze te beoordelen op de kans dat het risico zich voordoet en een geschatte omvang. De aan te houden buffer in de algemene reserve kan door de flexibele norm variëren. Immers als de omvang van de risico’s wijzigt, kan het aan te houden weerstandsvermogen wijzigen. En daarmee kan ook de aan te houden buffer binnen de algemene reserve hoger of lager zijn. Het uitgangspunt voor het bepalen van een ratio/norm van minimaal 1,4 is een verantwoord en behoedzaam financieel beleid voeren met een robuust weerstandsvermogen om tegenslagen op te kunnen vangen. Niet alleen voor de risico’s, maar bijvoorbeeld ook voor een nadelig jaarrekeningresultaat. Tegelijkertijd behoud je daarmee  ontwikkelperspectief zodat er niet onnodig beslag wordt gelegd op gemeentelijke middelen en de algemene reserve ook (incidenteel) ingezet kan blijven worden voor de realisatie van gemeentelijke beleidsdoelen.

Deze pagina is gebouwd op 09/28/2022 11:58:42 met de export van 09/28/2022 11:36:47