Home

Overig

Op 1 januari 2016 is de vennootschapsbelastingplicht voor publieke organisaties ingevoerd. De Wet op de vennootschapsbelasting (Vpb) is destijds in essentie zo aangepast dat overheden ook belast kunnen worden voor economische activiteiten die ook door private ondernemingen (kunnen) worden uitgevoerd. De aanpassingen hadden tot doel een gelijk fiscaal speelveld te maken tussen partijen (overheden en private ondernemingen).
Sinds deze wetswijziging vallen activiteiten waarvoor gemeenten als ondernemer optreden onder de Vpb. De gemeente Heusden heeft sindsdien in overleg met een fiscaal adviseur invulling gegeven aan de vennootschapsbelastingplicht. De fiscaal adviseur ondersteunt de gemeente bij de berekening van de Vpb en bij de jaarlijks belastingaangiftes. In november 2020 heeft de gemeente een vaststellingsovereenkomst (VSO) met de belastingdienst gesloten. In de VSO zijn afspraken gemaakt over de berekening van de verschuldigde vennootschapsbelasting.

Belaste activiteiten en berekening fiscale resultaten
Jaarlijks is een beoordeling nodig of er sprake is van nieuwe belaste activiteiten. Het aantal mogelijke ondernemersactiviteiten voor de Vpb is voor Heusden beperkt. De gemeente is vooralsnog alleen over de grondexploitaties (hierna: “het grondbedrijf”) en over de opbrengsten uit de verkoop van reststromen van huishoudelijk afval Vpb verschuldigd. Voor de ondernemersactiviteit ‘straatparkeren’ is een vrijstelling geclaimd.

De berekening van de verschuldigde Vpb gebeurt extracomptabel. Jaarlijks leidt dit tot één
totaalbedrag voor de Vpb-heffing, op basis van het berekende fiscaal resultaat. Het fiscale resultaat wijkt af van het bedrijfseconomisch resultaat dat is opgenomen in de begroting en in de jaarrekening die zijn opgesteld op basis van de BBV voorschriften. Het totaalbedrag van de Vpb-heffing wordt als één bedrag opgenomen in de staat van baten en lasten.

Inschatting verschuldigde Vpb-heffing
Na het afsluiten van de VSO in november 2020 zijn de aangiftes van 2016 tot en met 2018 met terugwerkende kracht berekend in lijn met de afspraken uit de VSO. De aangiftes zijn tot en met 2019 ingediend. Over de jaren tot en met 2018 is een definitieve aanslag van de belastingdienst ontvangen.

Op grond van de berekende fiscale resultaten (tot en met 2020) kan in de eerstkomende jaren nog voor ongeveer € 1,5 miljoen aan fiscaal verlies worden verrekend. Hiermee rekening houdend is de gemeente op basis van de grondexploitaties bij de jaarrekening 2020 de eerstkomende jaren tot 2025 nog geen vennootschapsbelasting verschuldigd. In de meerjarenraming is in 2025 een eerste fiscale jaarlast voor de vennootschapsbelasting opgenomen van € 165.000. Ook in de jaren daarna zal de gemeente vennootschapsbelasting verschuldigd zijn op basis van de prognoses bij de jaarrekening 2020.

De uiteindelijke fiscale jaarlast blijft met name afhankelijk van de daadwerkelijke realisatie van opbrengsten en kosten uit de grondexploitaties in de gemeente. De prognoses kunnen de komende jaren jaarlijks wijzigen en wanneer de resultaten uit grondexploitaties toenemen, kan ook de fiscale jaarlast hoger uitvallen dan nu opgenomen in het meerjarenbeeld bij de begroting. Een andere fasering van kosten en opbrengsten kan ertoe leiden dat de gemeente al eerder dan in 2025 vennootschapsbelasting moet gaan betalen.

Deze pagina is gebouwd op 09/28/2022 11:58:42 met de export van 09/28/2022 11:36:47