Home

Algemeen

De begroting 2023 is de eerste van deze bestuursperiode na de verkiezingen van maart 2022. Het coalitieprogramma ‘Heusden Nu en Straks’ en de voorjaarsnota 2022 (aangevuld met de uitkomst van de meicirculaire gemeentefonds) vormen, samen met de bestaande meerjarenbegroting, de basis voor de opstelling van de begroting 2023 en de daarin opgenomen meerjarenraming voor de jaren 2024 t/m 2026. Het college presenteert in deze begroting een totaal pakket aan bestedingsvoorstellen om de komende vier jaar invulling te geven aan de doelen zoals opgenomen in het coalitieprogramma. Ook voor een aantal onderwerpen die in de huidige uitvoering knellen wordt aanvullende inzet gevraagd alsmede op een aantal onderwerpen op het gebied van bedrijfsvoering.

Bestedingsvoorstellen

In de voorjaarsnota die op 12 juli in de raad voorlag, is aangegeven dat de invulling van de financiële ruimte bij de begroting plaats zou vinden. Voor die invulling is gekeken naar de ambities zoals beschreven in het coalitieprogramma, de raadsvoorstellen met een financiële impact die in september en mogelijk later dit jaar op de raadsplanning staan en knelpunten in bestaand beleid/bedrijfsvoering. Voor een aantal onderwerpen betreft het een voorlopige reservering en wordt een verdere uitwerking nog aan uw raad voorgelegd. Hierover leest u meer in het hoofdstuk Financieel beleid onder nieuw beleid.
Hieronder treft u het totaal overzicht aan van de onderwerpen waarvan het college aan uw raad voorstelt om hiervoor de komende periode extra financiële middelen vrij te maken.

 

Onderwerp

Fte

2023

2024

2025

2026

Programma Bestuur en beheer

1.

Begraafplaatsen

42.000

11.000

21.000

23.000

2.

Uitbreiding college

155.000

155.000

155.000

155.000

3.

Formatie specialist Burgerzaken

1 fte

71.000

71.000

71.000

71.000

Programma Openbare orde en veiligheid

4.

Formatie BOA

1 fte

34.300

34.300

34.300

34.300

5.

Dienstvoertuigen toezicht en handhaving

17.000

17.000

17.000

17.000

6.

Uitrusting BOA’s

2.000

2.000

2.000

2.000

Programma Verkeer en vervoer

7.

Wegenbeleidsplan groot onderhoud en rehabilitaties

1.125.000

1.135.000

1.135.000

1.135.000

8.

Herinrichting Vijfhoevenlaan

100.000

100.000

100.000

9.

Reservering rentelasten aanvullend uitvoeringskrediet GOL

80.000

78.000

10.

Formatie ondersteunend medewerker verkeer (tijdelijk)

1 fte

81.000

81.000

81.000

40.500

11.

Formatie Regisseur integraal beheer openbare ruimte

1 fte

90.000

90.000

90.000

90.000

12.

Projectleider civiel

1 fte

-

-

-

-

13.

Onderhoud duikers en beschoeiingen

25.000

25.000

25.000

Programma Economie en recreatie

14.

Renovatiebudget groen

100.000

100.000

100.000

15.

Medewerkers wijkteams

3 fte

155.000

155.000

155.000

155.000

16.

Bewegen en ontmoeten

13.000

46.000

80.000

17.

Formatie accountmanager buitengebied

0,67 fte

60.000

60.000

60.000

60.000

18.

Klimaatstrategie; verminderen hittestress

50.000

100.000

100.000

100.000

Programma Sport en cultuur

19.

Buitenzwemvoorziening

125.000

125.000

125.000

20.

Sportpark De Schroef

537.000

33.000

33.000

33.000

21.

Renovatie hockeyvelden MHCD/VMHC

52.000

52.000

22.

Kunstgrasveld VV Nieuwkuijk

45.000

45.000

23.

Verduurzaming sportveldverlichting

8.200

8.200

12.000

24.

Formatie beleidsmedewerker sport en bewegen

1 fte

90.000

90.000

90.000

90.000

25.

Werkbudget kunst en cultuur

10.000

10.000

10.000

10.000

26.

Aanpassingen De Voorste Venne

17.300

17.300

17.300

Programma Sociaal domein

27.

Multifunctionele accommodatie Kasteellaan Oudheusden

1.800

1.800

1.800

28.

Multifunctionele accommodatie Elshout

30.000

29.

Inzet jongerenwerkers (O3)

185.000

185.000

30.

Bestrijden en voorkomen van eenzaamheid

20.000

20.000

20.000

20.000

31.

Respijtzorg

40.000

40.000

40.000

40.000

32.

Inburgering

26.000

26.000

26.000

26.000

33.

Formatie medewerker ondersteuning Wmo/zorg

0,89 fte

56.000

56.000

56.000

56.000

34.

Formatie mandaatmedewerker Wmo

1 fte

80.000

80.000

80.000

80.000

Programma Duurzaamheid, milieu en afval

35.

Bodemtaken

75.000

75.000

75.000

75.000

Programma Bouwen en wonen

36.

Omgevingswet

200.000

100.000

37.

Formatie beleidsmedewerker volkshuisvesting

1 fte

103.000

103.000

103.000

103.000

38.

Formatie ruimtelijke ordening

1,6 fte

167.000

167.000

167.000

167.000

39

Formatie omgevingsvergunningen

1,78 fte

143.000

143.000

143.000

143.000

40.

Formatie planeconoom

0,89 fte

74.000

74.000

74.000

74.000

Overhead

41.

Flexbudget

400.000

400.000

200.000

42.

Werving en selectie

135.000

135.000

135.000

43.

Eén centrale gemeentelijke huisvesting

150.000

44.

Archiefachterstanden

350.000

350.000

45.

Formatie medewerker financiële administratie

0,78 fte

40.000

40.000

40.000

40.000

Totaal bestedingen ten laste van het saldo

4.793.300

4.428.600

3.813.600

   4.475.900

 

Besteding ten laste van de Algemene Reserve:

Onderwerp

2023

2024

2025

2026

Programma Verkeer en vervoer

46.

Groot onderhoud Burg. Schweitzertunnel

700.000

Toelichting bestedingen:

Programma Bestuur en beheer
1. Begraafplaatsen
Om onze begraafplaatsen toekomstbestendig te maken zijn extra maatregelen noodzakelijk. Alleen dan kunnen we op een duurzame manier de ruimtelijke kwaliteit van onze begraafplaatsen en de dienstverlening rondom lijkbezorging borgen. We spelen daarbij in op landelijke trends en ontwikkelingen op het gebied van de lijkbezorging en het beheer van begraafplaatsen. Ook moeten incidentele kosten gemaakt worden zoals het ruimen van diverse vakken. Daarnaast zijn er middelen benodigd voor de herinrichting en aanleg van een urnentuin en urnenmuur op de begraafplaatsen.

2. Uitbreiding college
De komende coalitieperiode is ervoor gekozen om te besturen met vijf wethouders. Gelet op de grote opgaven waar we de komende jaren voor staan op het gebied van woningbouw, sociaal domein, grote projecten alsmede de toenemende taken die vanuit het rijk naar de gemeenten worden overgedragen vinden we deze uitbreiding nodig. De kosten betreffen naast salaris ook pensioenopbouw.

3. Formatie specialist burgerzaken
De diversiteit van onze inwoners neemt toe. Landelijke en internationale ontwikkelingen zijn lokaal voelbaar. Gezien de toegenomen vraag van onze inwoners, de daarbij toenemende diversiteit en complexiteit en het borgen van kwaliteit is een extra structurele formatieplaats specialist Burgerzaken noodzakelijk. We huren hier al langere tijd op in om te zien hoe de vraag en complexiteit zich zouden ontwikkelen maar komen nu tot de conclusie dat het een structureel karakter heeft waardoor een structurele formatieplaats goedkoper is dan inhuur.

Programma Openbare orde en veiligheid
4. Formatie BOA
De ergernissen en meldingen binnen de gemeente nemen nog steeds toe. Dit jaar wordt het omgevingsbeleidsplan opnieuw vastgesteld met input vanuit de organisatie, het college en de gemeenteraad waarin handhavingswensen en prioritering worden opgenomen. Er bestaat een stevige wens voor meer zichtbaarheid, verbinding en handhaving op diverse onderwerpen en ergernissen. De taken en wensen zijn met de toenemende vraag niet meer in balans met de beschikbare capaciteit. In de meicirculaire 2022 zijn door het Rijk structureel extra middelen beschikbaar gesteld voor BOA capaciteit bij gemeenten. Dit bedrag (€ 36.700) wordt ingezet voor deze formatieplaats.

5. Dienstvoertuigen toezicht en handhaving
Dienstvoertuigen dragen bij aan de zichtbaarheid van onze medewerkers. Daarnaast draagt het bij aan een professionele uitstraling en zijn medewerkers niet langer afhankelijk van gebruik van hun privé voertuigen voor toezicht en handhaving wat de privacy van onze medewerkers kwetsbaar maakt. Als gevolg van de uitbreiding van de groep medewerkers die gebruik maakt van dienstauto’s (BOA’s, de toezichthouders op het gebied van bouw, kamergewijze verhuur en basisregistratie persoonsgegevens) zijn er twee extra voertuigen noodzakelijk. De kosten die hieruit voortvloeien betreffen de kapitaallasten van de aanschaf en bijkomende kosten als verzekering en onderhoud.

6. Uitrusting BOA’s
Bij de uitvoering van handhavingstaken krijgen gemeentelijke handhavers regelmatig te maken met verbale of fysieke agressie. Uit onderzoek blijkt dat het aantal voorvallen van agressie en bedreigingen tegen politieambtenaren halveerde als er bodycams werden gedragen. Ook verbeterde het veiligheidsgevoel bij degenen die regelmatig een bodycam droegen. Om die reden willen we bodycams beschikbaar hebben voor de BOA’s en toezichthouders. De initiële aanschaf wordt gedekt uit de middelen die we in 2022 ontvangen uit het gemeentefonds voor BOA taken; de structurele kosten voor 2023 e.v. zijn beperkt en in deze begroting opgenomen.

Programma verkeer en vervoer
7. Wegenbeleidsplan
Op 27 september is in de raad het Beleidsplan wegen vastgesteld. De financiële consequenties van dit plan voor 2023 e.v. zijn opgenomen in deze begroting. De gemiddelde lastendruk voor het uit te voeren onderhoud wordt daarin verhoogd met een jaarlijkse dotatie van € 1.125.000. De kosten voor een gehele vervanging/rehabilitatie van wegen worden geactiveerd. De kapitaallasten van deze investeringen bedragen vanaf 2024 € 10.000 per jaar. Voor een verdere inhoudelijke toelichting verwijzen we naar het raadsvoorstel.

8. Herinrichting Vijfhoevenlaan
De Vijfhoevenlaan wordt de oostelijke toegang tot Vlijmen vanaf de A59 en krijgt daarmee een nieuwe functie, zowel verkeerstechnisch als qua beleving. De weg is in zijn huidige vorm niet geschikt voor deze nieuwe functie, namelijk gebiedsontsluitingsweg met 50 km/u. Op basis van het schetsontwerp van bureau Kragten is een globale kostenraming gemaakt voor de uitvoeringsfase. Deze is nog globaal omdat het schetsontwerp nog uitgewerkt moet worden in een voorlopig en definitief ontwerp. Ook kunnen het participatietraject en bestuurlijke wensen/randvoorwaarden bij het ontwerp van invloed zijn op de kostenraming. Toch willen we in de begroting 2023 een reservering opnemen omdat de realisatie plaats moet vinden voor gereedkoming van de oostelijke randweg. Naast het inzetten van het restantkrediet mitigerende maatregelen GOL en een bijdrage uit de grondexploitatie van de Grassen, gaat het om een voorlopige aanvullende reservering van € 3 mln. In de tabel zijn de kapitaallasten van dit investeringsbedrag opgenomen. Zie voor een verdere toelichting ook het onderdeel nieuw beleid en in gang gezet beleid in het hoofdstuk Financiële begroting.

9. Reservering rentelasten aanvullend krediet GOL
Er volgt naar verwachting eind 2022 een raadsvoorstel voor een tweede aanvullend uitvoeringskrediet voor de realisatie van het majeure project GOL als de Raad van State definitieve goedkeuring geeft voor het plan. De provincie heeft op basis van een eigen calculatie een inschatting gemaakt dat de extra kosten voor Heusden tussen de € 5 en 10 miljoen kan bedragen door de verdere vertraging en de ontwikkeling op de grondstoffenmarkt wereldwijd. Uiteindelijk zijn de te maken afspraken met de aannemer bepalend wat daadwerkelijk het benodigd aanvullend krediet voor de uitvoeringsfase zal zijn. Net als het eerste aanvullend krediet wordt voorgesteld het nog benodigde extra krediet te onttrekken uit de algemene reserve en te storten in de reserve kapitaallasten. Hieruit kan echter alleen het afschrijvingsdeel worden onttrokken. De rentekosten komen ten laste van het begrotingssaldo. Op basis van het voorlopige scenario zoals berekend door de provincie nemen we hiervoor als reservering een stelpost op uitgaande van het scenario van een nog te voteren krediet van € 10 mln.

10. Tijdelijke formatie medewerker verkeer en vervoer
Bij de besluitvorming over het nieuwe Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan (GVVP) is aangegeven dat uitvoering van alle ambities ook aanvullende personele inzet vergt. Dit in een periode waarin er ook aanzienlijk meer interne advisering bij ruimtelijke procedures nodig blijkt en er een drukke periode in het verschiet ligt als de uitvoering van het GOL start. Het is wenselijk om in ieder geval voor een periode van 3,5 jaar de formatie uit te breiden. Dan dient zich een nieuw weegmoment aan door natuurlijk verloop van personeel.

11. Formatie regisseur integraal beheer openbare ruimte
De komende periode speelt er veel in de openbare ruimte. Niet alleen vanuit de beheerplannen om in stand te houden wat we al hebben, maar ook vanuit de ambitie om meer woningen te realiseren, ook via inbreiding, mee te werken aan initiatieven van onze inwoners en de grote ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid, klimaatadaptatie, gezondheid en energietransitie. Dit vraagt meer en meer om integrale afwegingen over het gebruik en inrichting van onze schaarse ruimte. Om de ambities uit het waterplan, het beleidsplan wegen en de woningbouwprogrammering te realiseren, is extra inzet nodig.

12. Formatie projectleider civiel
Voor de voorbereiding en uitvoering van civieltechnische projecten staat het cluster civiele werken aan de lat. In dit cluster werken medewerkers die in vaste dienst zijn nauw samen met ingehuurde projectleiders. De afgelopen periode werden er steeds drie projectleiders ingehuurd (deels full time, deels part time). Dit model levert de nodige flexibiliteit op om mee te bewegen met de workload. Afgaande op de ambities is het aannemelijk dat de workload de komende jaren op een constant hoog niveau zal liggen. Vanuit dat perspectief is het aantrekkelijker om de pool met vaste medewerkers met één fte uit te breiden en de inhuur overeenkomstig te verminderen. De uren worden doorbelast naar kredieten/grondexploitaties net als de inhuur nu; daarom heeft deze fte geen impact op het begrotingssaldo.

13. Onderhoud duikers en beschoeiingen
Bij de voorjaarsnota 2021 en in het IBOR-plan is aangegeven dat er voor een aantal assets in de openbare ruimte geen structurele middelen zijn voor onderhoud. Na een aantal bijstellingen geldt dat op dit moment nog voor duikers en beschoeiingen. In de praktijk is regulier onderhoud aan deze assets van een andere orde dan bij bijvoorbeeld civiele kunstwerken, wegen of openbaar groen omdat er geen sprake is van jaarlijks terugkerend onderhoud, maar eerder van herstelmaatregelen bij ernstig verval. Het gaat vooral om incidentenonderhoud als er zaken kapot gaan. Als dit zich voordoet worden er ad hoc herstelmaatregelen uitgevoerd. In de wetenschap dat vroeger of later onderhoud en vervanging nodig is, is het nodig om een werkbudget te creëren waaruit dit onderhoud bekostigd kan worden.

Programma economie en recreatie
14. Renovatiebudget openbaar groen
De onderhouds- en renovatieopgave wordt, mede op basis van de in het IBOR-plan vastgestelde onderhoudsniveaus, in 2022 opnieuw doorgerekend en opgenomen in het nieuwe Groenstructuurplan dat nog wordt aangeboden voor besluitvorming. Met name de langjarige renovatieopgave wordt hierbij een aandachtspunten. Afgaande op de nu beschikbare informatie is het aannemelijk dat voor met name renovatie van groen op termijn structureel meer geld nodig is. Het precieze bedrag is nu nog niet bekend en derhalve indicatief geraamd. Ook de gestage uitbreiding van het areaal zorgt voor hogere onderhoudskosten.

15. Formatie medewerkers wijkteams
De afgelopen jaren is geïnventariseerd wat er nodig is om onze Buitendienst toekomstbestendig te maken. Daarbij ging het onder meer om werkpakket, werkwijzen en efficiency. Daarbij is ook gekeken naar de aard van de werkzaamheden en de meest optimale verdeling tussen de werkzaamheden die worden uitgevoerd met eigen mensen (daarbij horen ook de mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt) en via de inhuur van aannemers. Tevens is rekening gehouden met de toename van de gemiddelde leeftijd en het feit dat er geen instroom meer komt vanuit de WML. Om het takenpakket en het door te gemeenteraad vastgestelde onderhoudsniveau te kunnen realiseren, is aanvullende capaciteit noodzakelijk.

16. Bewegen en ontmoeten
Spelen, bewegen en ontmoeten is, mede door de ervaringen van de afgelopen jaren (corona), een onderwerp dat leeft onder onze inwoners. Belangrijkste aandachtspunten bij dit onderwerp zijn de vraag naar meer beweeg- en ontmoetmogelijkheden voor alle leeftijden, veranderende behoeften en een beperkt budget voor renovatie van de huidige speeltuinen. Om deze vraagstukken het hoofd te bieden is op 27 september jl. een notitie met daarin visie, kaders, spelregels en een overzicht van kansen ter vaststelling aan de raad voorgelegd. In de visie wordt de overstap van spelen naar bewegen en ontmoeten gemaakt, wordt gefocust op kwalitatief goede, bereikbare, veilige en inclusieve beweeg- en ontmoetlocaties en wordt de locatie centraal gezet in plaats van het toestel. In deze begroting is vooralsnog rekening gehouden met de kapitaallasten behorend bij een investeringsbedrag van € 1.325.000 voor de gefaseerde uitvoering van het inrichten, samenvoegen, uitbreiden of verwijderen van de locaties die binnen de periode 2023-2025 vervangen moeten worden.

17. Formatie accountmanager buitengebied
We zijn trots op het buitengebied en de vele agrarische bedrijven. De enorme druk op het buitengebied is voelbaar en de vraagstukken rondom economische ontwikkeling, duurzaamheid, klimaatverandering en natuur worden steeds groter en moeilijker voor individuele ondernemers. Deze vraagstukken komen ook terug in de ontwerp omgevingsvisie. We zijn een serieuze gesprekspartner bij de enorme opgaven in het buitengebied, waaronder de uitdaging onze agrarische sector vitaal te houden. Hiervoor zoeken we de verbinding met agrarische ondernemers, de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) en de regio. Voor onszelf zien we de rol van aanjager en netwerker. Hiervoor is capaciteit nodig om deze rol als ‘verbindingsofficier’ op te kunnen pakken.

18. Klimaatstrategie; verminderen hittestress
Er gaat nog besluitvorming in de raad plaatsvinden over de klimaatstrategie. Het zal, als aanvulling op het waterplan (wateroverlast bij extreme situaties), vooral aandacht vragen voor het thema hittestress. Het verminderen of tegengaan van hittestress hangt in sterke mate samen met de groene inrichting van de openbare ruimte. Op basis van de klimaatstrategie zal hier extra aandacht en inspanningen naar toe moeten gaan. Dit betekent ook dat er een werkbudget nodig is om gewenste aanpassingen mogelijk te maken. Dit kan in de vorm van gemeentelijke maatregelen in de openbare ruimte of via de inzet van een stimuleringsregeling. De klimaatstrategie wordt de komende periode afgerond en in besluitvorming gebracht. De financiële consequenties worden daarin opgenomen.

Programma Sport en cultuur
19. Buitenzwemvoorziening
Het contract voor de exploitatie van buitenzwembad Het Run loopt tot 2023. De vraag is of een nieuw contract onder dezelfde condities mogelijk is gelet op de ontwikkelingen in de markt (energiekosten). Daarnaast zullen afspraken moeten worden gemaakt over het (groot) onderhoud in de toekomst. Een nieuw contract voor de periode na 2023 zal realistisch gezien hoger uitvallen. We vinden het behoud van een buitenzwemvoorziening belangrijk, maar niet tegen elke prijs. Afhankelijk van de dan voorliggende scenario’s, nemen we een voorlopige extra reservering op.

20. Sportpark De Schroef
Op 17 september 2019 heeft het college besloten het burgerinitiatief voor recreatie- en sportpark De Schroef te ondersteunen door bureau Kragten opdracht te geven voor de analyse- en verkenningsfase en daarnaast de ambtelijke organisatie opdracht te geven om dit initiatief gedurende deze fasen te ondersteunen. Kragten heeft haar opdracht afgerond. Het burgerinitiatief heeft in 2021 een stichting opgericht en in samenwerking met de gemeente een beeldplan voor het park op laten stellen. Dit plan geeft een beeld en richting van de toekomstplannen voor het park, waarbij er ruimte is voor een verdere gefaseerde uitwerking van het ontwerp. Op 17 februari 2022 presenteerde de Stichting in een thema avond hun concept en plannen aan de gemeenteraad. Op 28 februari 2022 heeft de stichting het projectplan aan het college gestuurd. De initiatiefnemers gaan fondsen werven om het plan te financieren. Daarnaast vragen zij een financiële bijdrage van de gemeente, zowel op het gebied van ambtelijke capaciteit als financieel gezien. Voor de uitvoering van de plannen is een krediet nodig van € 1.335.000. Een deel daarvan (€ 335.000) betreft éénmalige kosten en kan niet worden geactiveerd; het overige deel (€ 798.000) wordt geactiveerd. De uitvoering zal fasegewijs en gebiedsgericht plaatsvinden.

21. Renovatie hockeyvelden MHCD/VMHC
Op 12 mei 2020 besloot u de hockeyvelden van VMHC en MHCD die nog niet in eigendom van de gemeente waren, over te nemen. Dit betekent dat de gemeente verantwoordelijk is geworden voor de vervangingskosten. Zoals aangegeven in het voorstel dienen twee van de drie velden die de gemeente heeft overgenomen nu vervangen te worden. Het gaat om veld 2 van VMHC en veld 3 van MHCD. Het uitgangspunt is dat beide velden worden vervangen in 2024 en het werk in één keer wordt aanbesteed. Daarbij is het uitgangspunt een zand ingestrooid kunstgrasveld met ledverlichting (nu nog traditionele sportveldverlichting). Zowel de onderlagen als de toplagen van de hockeyvelden worden vervangen. Op basis van een directieraming bedragen de totale investeringskosten circa € 1.000.000. De kapitaallasten van deze voorlopige raming zijn opgenomen in deze begroting. 

22. Kunstgrasveld VV Nieuwkuijk
In het coalitieprogramma is opgenomen om de mogelijkheid te onderzoeken voor een kunstgrasveld voor VV Nieuwkuijk. De kosten zijn afhankelijk van de uiteindelijk nog te maken keuzes. De kosten voor de aanleg van een hybride veld bedragen circa € 600.000, maar dit is een globale raming. Een deel van de kapitaallasten wordt doorberekend in de huur die de vereniging betaald. Het betreft een voorlopige reservering. Pas na de verdere uitwerking en een concreet plan, kan een gerichte kostenraming worden opgesteld. Votering van het krediet vindt plaats door middel van een afzonderlijk raadsvoorstel.

23. Verduurzaming sportveldverlichting
Afgelopen jaren zijn een aantal sportparken voorzien van (gedeeltelijke) ledverlichting voor de
buitensportvelden. Voor de realisatie hiervan zijn per vereniging en per accommodatie verschillende
afspraken gemaakt. Uit gesprekken met sportvereniging blijkt dat zij behoefte hebben aan
duidelijkheid over de toekomst van de sportveldverlichting. Er is een vervangingsplan sportveldverlichting 2022-2026 opgesteld om duidelijkheid te geven over de toekomst van de sportveldverlichting. In het vervangingsplan staat een fasering om over te stappen naar ledverlichting bij buitensportaccommodaties die worden gehuurd van de gemeente. Hiermee wordt ook bijgedragen aan duurzaamheidsambities van zowel de gemeente als sportverenigingen. Voor de uitvoering van het vervangingsplan is een krediet nodig van € 514.000 inclusief btw. Hier opgenomen zijn de nog niet afgedekte kapitaallasten na inzet van de stelpost investeringsagenda sport. Een voorstel voor aanwending van het krediet is op 27 september aan de raad voorgelegd.

24. Formatie beleidsmedewerker sport en bewegen
Sport en bewegen is goed voor de fysieke en mentale gezondheid. Tegelijkertijd draagt het bij aan een fitte en vitale samenleving, waardoor de gezondheidszorg minder belast wordt. Daarnaast is het belangrijk dat iedereen die dit wil, dat ook daadwerkelijk op een verantwoorde wijze moet kunnen. Om deze redenen is het van groot belang dat er structureel aandacht is voor toekomstbestendig sport- en beweegbeleid binnen de gemeente Heusden. Die ruimte is er op dit moment niet in de bestaande formatie.
De voornaamste werkzaamheden voor de in te zetten capaciteit bestaan uit: ontwikkelen, monitoren en actualiseren van beleid, betrokkenheid bij sport en beweeg gerelateerde projecten/trajecten (o.a. Sportpark Hoge Heide, de toekomst van ‘t Run, Sportpark De Schroef), betrokkenheid bij het preventieakkoord en het lokaal beweeg- en sportakkoord, onderhouden van netwerken en samenwerkingsverbanden relevant voor het beleidsveld (o.a. samenwerking St. De Schroef, inwoners, jongerenwerk en sportverenigingen), het beoordelen en begeleiden van sport gerelateerde aanvragen vanuit de initiatieventafel en het bevorderen van een meer integrale samenwerking tussen de verschillende beleidsvelden. Ook zal deze formatie een voorname rol krijgen in de coördinatie van de uitvoering van het beleidsplan bewegen & ontmoeten.   

25. Werkbudget kunst en cultuur
Cultuur en kunst is van alle inwoners en beleven we met alle inwoners. Het zorgt voor ontmoeting en draagt zowel bij aan sociale verbinding als educatie. We werken aan een dynamisch kunst- en cultuurbeleid. Hierbij vinden wij de mening van onze inwoners erg belangrijk. Wij blijven inzetten op subsidies voor cultuur, waarbij we een relatie leggen tussen de te behalen beleidsdoelstellingen en de prestaties die hiervoor worden geleverd. De reserve uitvoering cultuurnota is bij de herziening van de nota reserves en voorzieningen opgeheven (raad 27 september). Gelet op de aard en de omvang van de uitgaven is het in stand houden van een reserve niet nodig. We stellen daarom voor om een jaarlijks uitvoeringsbudget in de exploitatie op te nemen.

26. Aanpassingen Voorste Venne
Bij de renovatie van De voorste Venne enkele jaren geleden is de Utopiazaal speciaal ontwikkeld om o.a. popconcerten voor jongeren te kunnen organiseren zonder dat dit tot geluidsoverlast naar de omgeving zou leiden. Hiervoor zijn destijds speciale geluidsisolerende maatregelen uitgevoerd. Nu de Utopiazaal wordt herbestemd ten behoeve van de bibliotheek Drunen vervalt de mogelijkheid voor het organiseren van popconcerten omdat in de Vennezaal een dergelijke activiteit alleen incidenteel met een ontheffing kan plaatsvinden. Bij de behandeling van het raadsvoorstel over het uitvoeringskrediet voor de verbouwing van De Voorste Venne voor de Bibliotheek is vanuit de raad aangedrongen te onderzoeken of het toch niet mogelijk is meer activiteiten specifiek voor jongeren mogelijk te maken. Om voor jongeren meer activiteiten te kunnen programmeren is het noodzakelijk om de geluidsisolatie van de Vennezaal op hetzelfde niveau te brengen als de Utopiazaal. Hierdoor kunnen zonder ernstige overlast naar de omgeving in de Vennezaal popconcerten worden georganiseerd. Hiervoor is een investeringsbedrag geraamd van € 375.000. We gaan er vanuit dat een groot deel van de kapitaallasten doorberekend kan worden in de huur omdat de exploitatiemogelijkheden verbeteren.

Daarnaast is in diezelfde raadsvergadering aandacht gevraagd voor ontmoetingsmogelijkheden in De Voorste Venne. Dit naar aanleiding van verzoeken vanuit de Hunenhof en aangesloten ouderenverenigingen en de KBO. Op basis van de eerste gesprekken die met de diverse ouderenverenigingen, Hunenhof en KBO zijn gevoerd lijkt het mogelijk om zonder grote bouwkundige ingrepen de functionaliteit van verschillende ruimten binnen de Voorste Venne zodanig aan te passen dat deze meer voldoen aan de behoeften van de betrokken partijen. De te treffen maatregelen hebben voornamelijk betrekking op de (her)inrichting van diverse ruimten. Hiervoor is een investeringsbedrag opgenomen van € 150.000.

Programma Sociaal domein
27. Multifunctionele accommodatie Kasteellaan Oudheusden
Er is een stedenbouwkundige verkenning uitgevoerd voor de doorontwikkeling van de Kasteellaan Oudheusden en er is een aantal scenario’s verder uitgewerkt. Naar verwachting neemt het college in 2022 een besluit over het voorkeursscenario. Vervolgens kan dit voorkeursscenario verder worden uitgewerkt, waarbij ook de wijze van samenwerking tussen partijen nader wordt vormgegeven. Doel is om met alle bij de herontwikkeling betrokken organisaties een intentieovereenkomst te sluiten waarin de bereidheid tot samenwerking is vastgelegd. Een eerste raming van het voorbereidingskrediet bedraagt € 60.000 waarvan de kapitaallasten in deze begroting zijn opgenomen.

28. Multifunctionele accommodatie Elshout
Zoals in het coalitieprogramma is opgenomen gaan we de mogelijkheden onderzoeken van een multifunctionele accommodatie in Elshout. Bijvoorbeeld ruimte waar onderwijs, kinderopvang, buurthuis, bibliotheekfunctie en de gezondheidszorg gezamenlijk hun diensten voor de inwoners aanbieden. In lijn met de eerdere verkenningen die zijn uitgevoerd naar de herinrichting van sport- en recreatiepark de Schroef, sportpark de Hoge Heide en herontwikkeling van de Kasteellaan in Oudheusden is voor deze fase een bedrag van € 30.000 opgenomen in de exploitatie.

29. Inzet jongerenwerkers (O3)
Op dit moment is 1,5 fte aan jongerenwerkers werkzaam in onze gemeente. Dit is beperkt voor de opgave waar zij voor staan om aan te sluiten bij de leefwereld van jongeren, een vertrouwensband op te bouwen en daarmee problemen zoals overlast, schooluitval en psychosociale problemen te voorkomen. Gezien de beperkte capaciteit is de focus in de afgelopen jaren gelegd op preventief collectief jongerenwerk om toch zoveel mogelijk jongeren te bereiken. De impact en mogelijkheden zijn hierdoor echter beperkt en soms is ook individuele inzet nodig om echt van betekenis te kunnen zijn. De laatste tijd nemen signalen over jongerenoverlast in de hele gemeente toe. Met name rondom de Caleidoscoop in Vlijmen en in Oudheusden is de overlast groot. Daarom is in juni besloten om voor de duur van 12 maanden een aanvullende subsidie te verstrekken aan O3 voor de inzet van 1,72 fte jongerenwerk. U bent hierover geïnformeerd met een raadsinformatiebrief van 7 juni jl.
Om jongerenoverlast duurzaam te doorbreken en voorkomen, is echter meer nodig. Daarom is het voorstel deze extra inzet na 12 maanden structureel te maken waardoor meer slagkracht ontstaat in het werken met jongeren aan een uitdagende en positieve leefomgeving en vrijetijdsbesteding. Meer capaciteit maakt bovendien het jongerenwerk minder kwetsbaar, omdat jongeren meerdere vaste gezichten leren kennen.

30. Bestrijden en voorkomen van eenzaamheid
Voor 2020 en 2021 is door de raad in totaliteit € 100.000 beschikbaar gesteld voor het ondersteunen van initiatieven die duurzaam werken aan het verminderen of voorkomen van eenzaamheid. Door corona is zowel het aantal ingediende initiatieven achtergebleven bij verwachting en zijn ingediende initiatieven teruggetrokken vanwege corona. Daarom is het restantbudget van 2021 overgeheveld naar 2022. Na de eenmalige overheveling vervalt het budget eind 2022. De afgelopen drie jaar heeft de subsidie een prikkel gegeven aan de bestrijding en het voorkomen van eenzaamheid. Ook heeft het bijgedragen aan een grote bewustzijn bij zowel deelnemers als ook organisatoren van activiteiten. Voor de komende vier willen we hier een vervolg aan geven en jaarlijks een bedrag beschikbaar stellen voor het eenmalig aanjagen van activiteiten ter preventie en bestrijding van eenzaamheid. De huidige subsidieregeling op het gebied van eenzaamheid zal na evaluatie geactualiseerd worden.

31. Respijtzorg
Gemeenten moeten ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Op grond van de Wmo zijn we verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn. Hieronder valt ook respijtzorg; ondersteuning om de mantelzorger tijdelijk te ontlasten. Op dit moment wordt in verschillende soorten van respijtzorg voorzien. Bijvoorbeeld door regionaal ingekochte Wmo begeleiding/dagbesteding, met name voor respijtzorg voor mantelzorgers van volwassenen/senioren met een beperking. Dit wordt aangevuld met de inzet van Zorgoppas, die zorgt ervoor dat er op een eenvoudige en laagdrempelige manier invulling wordt gegeven aan het voorkomen van overbelasting van ouders met zorgbehoevende kinderen. Door deze inzet kan (duurdere) begeleiding dan wel behandeling worden voorkomen. De financiële ondersteuning voor zorgoppas is niet structureel geborgd. De huidige inzet voorziet vooral in kortdurend respijtzorg, waarbij de mantelzorger voor een dagdeel of dag ontlast wordt. Gesignaleerd wordt dat het huidige aanbod niet altijd voorziet in de behoeften van mantelzorgers. Momenteel wordt er onderzocht waar de knelpunten ontstaan en met welke (aanvullende) vormen van respijtzorg we deze knelpunten kunnen oplossen. Om in de toekomst respijtzorg te kunnen blijven bieden en waar nodig te kunnen verbeteren, zijn structurele middelen nodig.

32. Inburgering
Per 1 januari 2022 is de nieuwe Wet inburgering in werking getreden. Op 8 maart 2022 heeft het college ingestemd met het uitvoeringsplan opgesteld in overleg met de betrokken partijen en Baanbrekers voor de uitvoering van deze nieuwe wet. Het uitvoeringsplan beschrijft vanaf intake toe het einde van de inburgering de verschillende stappen die een inburgeraar doorloopt en welke organisatie een onderdeel verzorgt. Omdat twee van de drie deelnemers aan de Gemeenschappelijke regeling bij Baanbrekers deze taak bij Baanbrekers hebben ondergebracht, kan de uitvoering van deze wet niet als algemene gemeenschappelijke taak worden toegevoegd aan de GR, maar als een ‘pluspakkettaak’. De gemeenten ontvangen via het gemeentefonds een structurele vergoeding voor de uitvoeringstaken. Dit bedrag is echter niet toereikend om de personeelskosten volledig af te kunnen dekken. Om deze taak ook structureel uit te kunnen voeren, moeten deze middelen ook voor 2023 e.v. worden geraamd.

33. Formatie medewerker ondersteuning Wmo/zorg
In de voorjaarsnota van 2020 is de formatie voor administratieve ondersteuning voor de WMO en met name het team zorg voor 2 jaar toegekend. Binnen het team WMO Zorg zijn dermate veel taken die administratief afgehandeld kunnen worden dat het niet noodzakelijk is om deze taken door een mandaat medewerker uit te laten voeren. Deze manier van werken maakt dat het kosten bewuster is om het op deze manier uit te voeren. Naast de financiële afweging is het zo dat een mandaat medewerker zich ook meer kan richten op de taken die passend zijn bij zijn/haar de functie. Naast de administratieve ondersteuning heeft deze collega ook werkzaamheden op het gebied van vroegsignalering. Op 1 januari 2021 is een wetswijziging in werking getreden voor de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). De medewerker ondersteuning Wmo/zorg ondersteund bij de uitvoering van vroegsignalering, door het in beeld krijgen van betalingsachterstanden, het benaderen van de doelgroep en het verbinden van inwoners met collega’s van betrokken partners zoals Bijeen, Woonveste en de Kredietbank.

34. Formatie mandaatmedewerker Wmo
De afgelopen jaren is de vraag naar een keukentafelgesprek voor de Wmo enorm toegenomen. Inmiddels krijgen we zo’n 75 tot 100 aanvragen per maand. Begin 2021 zat dit tegen de 75 en in de huidige situatie zitten we meer op een stabiele vraag tussen de 85 en 85 aanvragen met sommige uitschieters. In de huidige situatie huren we 2 extra fte in om de wachttijden zo kort mogelijk te houden. En zelfs dan zitten we op sommige momenten nog met een wachttijd van 6 weken. Om deze reden willen we 1 fte omzetten in formatie en nog 1 fte flexibel inhuren om zo voor een bepaald gedeelte meer stabiliteit voor het team te bieden en ook een stukje flexibiliteit te behouden.

Programma Duurzaamheid, milieu en afval
35. Bodemtaken
Met het toenemend aantal bodemvragen zijn de kosten in de loop van de afgelopen jaren fors toegenomen. Oorspronkelijk was begroot een inzet van € 20.000 door de omgevingsdienst hiervoor. Gezien het aantal bodemvragen wordt hieraan nu, met de inzet van 16 uur bodemspecialist OMWB, die de bodemonderzoeken uitvoert, beoordeelt en verwerkt, jaarlijks een kleine € 95.000 besteed. De verwachting is dat dit de komende jaren zeker zal aanhouden. Een ophoging van het budget met € 75.000 is dan ook noodzakelijk.

Programma Bouwen en wonen
36. Omgevingswet
De voorgenomen invoering van de Omgevingswet per 1-1-2023 betekent, dat er nog een aantal jaren extra werkzaamheden moeten worden verricht. Het gaat dan om het opstellen van een omgevingsplan voor de gemeente en de beoordeling van de rijksregelgeving die gemeentelijke regelgeving wordt. Ook het vertalen van de regelgeving naar direct toepasbare regels zal de komende jaren de nodige extra inspanningen vergen. Tot het moment dat het omgevingsplan is vastgesteld gelden de bestaande bestemmingsplannen als omgevingsplan. Wijzigingen hiervan moeten vanaf 2023 wel als wijziging van het omgevingsplan worden opgesteld. De huidige inschatting is dat deze arbeidsintensiever zullen zijn. De transitiekosten worden in principe vergoed door het rijk; in de meicirculaire is echter vooralsnog alleen een bedrag voor 2022 opgenomen. Een vergoeding voor volgende jaren kan in de toekomst als compensatie voor de nu geraamde kosten voor 2023 en 2024 worden ingezet.

37. Formatie beleidsmedeweker volkshuisvesting
Het afgelopen jaar zijn door de krapte op de woningmarkt de werkzaamheden binnen het beleidsveld volkshuisvesting toegenomen. Daarbij kan gedacht worden aan de roep om meer gemeentelijke sturing op de woningmarkt, het mogelijk maken van een toenemend aantal nieuwbouwinitiatieven (op met name inbreidingslocaties) en deze in lijn te brengen met de doelstellingen uit de woonvisie ‘tHuis in Heusden 2020 – 2025’ en het huisvesten van (bijzondere) doelgroepen (uitstroom beschermd wonen, statushouders woonwagenstandplaatsen etc.). Daarvoor is na de vaststelling van de woonvisie ingehuurd, om de bestuurlijke opgave en de versnelling van de bouwopgave te realiseren is structurele capaciteit nodig.

38. Formatie ruimtelijke ordening
Om de huidige dienstverlening te kunnen blijven continueren is afgelopen tijd ingehuurd. We zien dat de workload echter een constant hoog blijft en de verwachting is dat dit de komende jaren niet anders zal zijn. Voor het kunnen blijven continueren van de dienstverlening is een continuering van deze inzet daarom nodig. Daarom is het voornemen om een deel van de inhuur om te zetten naar formatie. Een deel van de kosten (niet volledig) kan gedekt worden door de toegenomen legesopbrengsten en/of kostenverhaal bij particuliere woningbouwinitiatieven.  

39. Formatie omgevingsvergunningen
De afgelopen 10 jaar zijn het aantal bouw, kap en inrit vergunningsaanvragen sterk toegenomen (2012-2015 ca. 340, 2016-2020 ca. 450 en een piek in 2021 van 903). Ook het aantal principeverzoeken voor onder andere woningbouw neemt elk jaar toe door meer ruimte binnen de nieuwe Woonvisie (2012-2014 ca. 70, 2015-2020 ca. 120 en een piek in 2021 van 276). Deze stijging is de afgelopen jaren opgevangen met inzet van inhuurkrachten. Er is niet eerder gekozen om formatie te verhogen in afwachting van de Omgevingswet, omdat lang niet voldoende helder was wat dit zou betekenen voor de benodigde capaciteit op lange termijn. Nu is echter meer duidelijk dat er geen sprake is van afname van werkzaamheden maar een verschuiving van toetsing naar coördinatie/regie en wordt zelfs een toename in werkzaamheden verwacht door de intake- en omgevingstafel. Tevens staat Heusden de komende jaren voor een forse inspanning op gebied van bouwen en de woningopgave. Vandaar dat we de structurele inhuur grotendeels willen omzetten naar vaste formatie. Een deel van de kosten (niet volledig) is gedekt door de toegenomen legesopbrengsten.  

40. Formatie beleidsmedewerker grondzaken/planeconoom
De versnelling van de bouwopgave en de realisatie van de doelstellingen uit de woonvisie zijn grote uitdagingen voor de komende jaren. Er zijn meer particuliere woningbouw initiatieven. Dit vraagt de nodige capaciteit om deze initiatieven te beoordelen, te begeleiden en contractuele afspraken te maken. De hiermee gepaarde kosten kunnen via kostenverhaal bij de particulier woningbouw initiatieven worden terugverdiend. Deze meeropbrengsten zijn ook opgenomen in de voorliggende begroting.

Overhead
41. Flexbudget
Er is in de organisatie een toenemende behoefte aan flexibiliteit om in te kunnen spelen op ontwikkelingen of om kansen te pakken als ze zich voordoen. Dit alles met als doel om ons personeelsbestand kwantitatief en kwalitatief op peil te houden.
Enerzijds zien we door de krapte op de arbeidsmarkt een groter verloop van personeel waardoor meer inhuur noodzakelijk is. We willen het flexbudget behouden waar het nu voor is (vervanging bij tijdelijke uitval, het opvangen van pieken). Anderzijds willen het flexbudget in kunnen zetten voor een tijdelijke uitbreiding van de formatie met potentiële goede MogelijkMakers. Dit kunnen zowel starters (trainees/afstudeerders) als zij-instromers zijn. Hiervoor wordt voorgesteld om het flexbudget te verhogen. Deze verhoging kan worden gebruikt voor een maximaal aantal van 3 formatieplekken. Meer starters / trainees kunnen we als organisatie niet begeleiden en bovendien moet het reguliere doel van het flexbudget ook behouden blijven. We gaan hierbij uit van tijdelijke arbeidsovereenkomsten, na deze periode kan de kandidaat vervolgens mogelijk instromen op reguliere formatieplaatsen of uitstromen. Positieve bijkomstigheid is dat we op deze manier een bijdrage leveren in het laten opdoen van ervaring in werken bij de lokale overheid.

42. Werving en selectie
De arbeidsmarkt staat onder hoogspanning en de verwachting is dat de huidige krapte op de arbeidsmarkt hardnekkig is voor bepaalde vakgebieden. Het resultaat hiervan is een structurele mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en langdurige schaarste binnen bepaalde vakgebieden. Naast extra inzet op het boeien en groeien van onze MogelijkMakers zijn er al diverse interne maatregelen genomen om geschikte kandidaten te vinden. Dit alles wil er toch niet altijd voor zorgen dat er (geschikte) kandidaten reageren. Om er voor te zorgen dat we de dienstverlening draaiend houden en onze klant centraal stellen, zijn we daarom soms ook genoodzaakt om een bureau in te zetten om kandidaten te vinden danwel op een andere manier aan te trekken.

43. Eén centrale huisvesting
Sinds corona is er iets gewijzigd in de manier van werken. Personeel werkt vaker thuis of op andere locaties. Daarom willen we naar één kantoor. We houden hierbij ook rekening met de wensen voor veranderingen aan de raadzaal. Om dit proces verder uit te werken is een onderzoeksbudget opgenomen in 2023 om de verschillende scenario’s met de daaraan verbonden randvoorwaarden en consequenties in beeld te brengen.

44. Archiefachterstanden
In raadsinformatiebrieven van februari en juni 2022 hebben we u geïnformeerd over de voorgenomen bewerking van ons archief en het wegwerken van de beheerachterstanden (als onderdeel van het plan van aanpak ‘Doorontwikkeling informatie- en archiefbeheer 2021-2026’). Verschillende onderdelen van het analoge archief verkeren niet in goede, geordende en toegankelijke staat. De bewerking bestaat uit het digitaliseren, opschonen en beter ordenen en omschrijven van het archief. Door de bewerking wordt digitale overbrenging van bijvoorbeeld bouwdossiers naar het Streekarchief mogelijk, waarmee we deze dossiers beschikbaar stellen voor onze inwoners. Het opgenomen bedrag is een indicatie op basis van de marktconsultatie die afgelopen maanden is uitgevoerd.

45. Formatie medewerker financiële administratie
Binnen het cluster financiële administratie bestaat reeds een aantal jaren een grote werkdruk door diverse oorzaken. Dit is de afgelopen jaren bestreden met tijdelijk boventallige formatie en inhuur. In de loop van 2022 is een nieuw inkooppakket geïmplementeerd dat qua verwerkingswijze wat verlichting moet brengen. Echter dit is niet genoeg om het wegvallen van de boventallige formatie en de inhuur op te lossen. Ter waarborg van de continuïteit van de werkzaamheden wordt daarom voorgesteld de formatie met 0,89 fte uit te breiden.

Besteding ten laste van de algemene reserve:
46. Groot onderhoud Burgemeester Schweitzertunnel
Bij de vaststelling van het beheerplan civieltechnische kunstwerken is, op basis van een eerdere inspectie, in beeld gebracht welke onderhoudswerkzaamheden er in 2021 en 2022 nodig zijn. Daarbij is ook aangekondigd dat de Burg Schweitzertunnel groot onderhoud nodig heeft in 2023. Daarmee is een indicatieve kostenraming van ca € 700.000 genoemd. Dit bedrag kan niet bekostigd worden uit de beschikbare middelen voor onderhoud. Het beschikbare bedrag in de begroting is nodig voor aantal kleine onderhoudswerkzaamheden. We stellen voor dit bedrag ten laste van de algemene reserve te brengen.

Bovenstaande voorstellen zijn in de voorliggende begroting verwerkt.

Verschil voorjaarsnota - begroting 2023

In de voorjaarsnota 2022 is het financieel perspectief geschetst voor de jaren 2023 e.v. voor zover op dat moment bekend was. Over de uitkomst van de meicirculaire gemeentefonds bent u apart geïnformeerd. Als we de saldi van de nu voorliggende begroting afzetten tegen de saldi uit de voorjaarsnota inclusief de meicirculaire en rekening houdend met het totaal van de bestedingen zoals hiervoor toegelicht, resteert een nog te verklaren verschil.  

(x € 1.000)

2023

2024

2025

2026

Eindsaldo VJN incl. meicirculaire gemeentefonds

7.803

7.769

11.383

3.819

Bestedingsvoorstellen

4.793

4.429

3.814

3.476

Saldo na bestedingsvoorstellen

3.010

3.340

7.569

343

Werkelijke saldi begroting 2023

64

1.395

5.332

- 450

Nog te verklaren verschil

2.945

1.945

2.237

793

Naast de verwerking van de bestedingsvoorstellen zijn bij het opstellen van de begroting alle inkomsten en uitgaven herijkt. Dit leidt derhalve tot verschillen tussen de oorspronkelijke meerjarenraming 2023-2025 en jaarschijven zoals nu opgenomen in de begroting 2023.

Hieronder volgen de grotere verschillen tussen de begroting en de Voorjaarsnota voor 2023. Vervolgens worden de verschillen kort toegelicht.

Verschillen begroting 2023 en voorjaarsnota 2022 (incl. meicirculaire gemeentefonds) (x € 1.000)

voordeel

nadeel

Energiekosten gemeentelijke eigendommen

1.565

Vennootschapsbelasting

800

Hogere bijdrage GR Baanbrekers

659

Hogere rentekosten geldleningen

223

Overheadkosten

190

Veiligheidsregio

151

Sociaal domein

150

Leges omgevingsplannen/milieuleges

372

Onroerendzaakbelasting

240

Pachtinkomsten

107

Overige verschillen

74

                               Totaal

793

3.738

Per saldo nadeliger

2.945

Energiekosten gemeentelijke eigendommen
De contracten voor de inkoop van energie (elektriciteit en aardgas) voor de gemeentelijke aansluitingen lopen af per 1 januari 2023. Er zijn, na een gezamenlijke Europese aanbesteding met de gemeenten uit Noordoost Brabant, nieuwe leveringscontracten gesloten voor elektriciteit en aardgas met Greenchoice. Door de oorlog in Oekraïne zijn de prijzen op de groothandelsmarkt instabiel en nu hoger dan voorheen. Prijzen variëren sterk. Daarom wordt binnen die nieuwe leveringscontracten de benodigde hoeveelheid elektriciteit en gas geleidelijk aan ingekocht. Dit betekent dat de definitieve prijzen voor 2023 medio november 2022 bekend worden. In ieder geval is duidelijk dat de prijzen aanzienlijk hoger gaan liggen dan in 2022.

Vennootschapsbelasting
Volgens de berekeningen die zijn opgesteld bij de totstandkoming van de jaarrekening 2021, nemen de fiscale resultaten de eerstkomende jaren nog toe. De inschatting is dat dit zal leiden tot fiscale lasten in de komende jaren. De uiteindelijke fiscale last per jaar blijft afhankelijk van de daadwerkelijke fasering en ontwikkeling van de resultaten uit de grondexploitaties.
Gezien de geraamde resultaatontwikkeling op de grondexploitaties en de verwachte fasering van de grondverkopen houden we in de begroting 2023 indicatief rekening met de volgende fiscale lasten: afgerond € 0,8 miljoen over 2023, € 0,3 miljoen over 2024 en € 0,1 miljoen in de jaren daarna. Bij de raming van de fiscale lasten per jaar is rekening gehouden met fiscale verliesverrekening uit voorgaande jaren.

Hogere bijdrage gemeenschappelijke regeling Baanbrekers
De gemeentelijke bijdrage stijgt in 2023 ten opzichte van de begroting 2022. De deelnemersbijdrage moet worden verhoogd als gevolg van de dalende rijksinkomsten voor inkomensvoorzieningen (BUIG) (1ste bestuursrapportage 2022 van Baanbrekers). De prognose laat aan de uitgavenkant vooralsnog geen verlaging van de kosten zien.

Hogere rentekosten leningen
De korte en lange rente stonden al enkele jaren op een erg laag niveau. In de eerste twee kwartalen van 2022 is de rente gestegen. De stijging is op dit moment (medio augustus 2022) gestabiliseerd. Naar verwachting zal de korte rente in 2023 ligt verder stijgen. De lange rente blijft naar verwachting ongeveer op het huidige niveau. Op basis van de financieringsbehoefte en de aan te trekken leningen, stijgen op basis van de rente-uitgangspunten de rentekosten.

Overheadkosten
De kosten van ondersteunende diensten stijgen door ICT contracten en voorziene vervangingsinvesteringen op het gebied van automatisering. Ook de kosten van verzekeringen zijn hoger dan de inflatiecorrectie. Daarnaast stijgen diverse personeelskosten gekoppeld aan de grotere formatieomvang zoals opleidingen.

Veiligheidsregio
Op 22 februari 2022 heeft uw raad ingestemd met de kadernota 2023 van de veiligheidsregio. Daarbij is ook aangegeven wanneer de programmabegroting niet noemenswaardig afwijkt van de kadernota, de afwikkeling hiervan door het college kan worden afgedaan. De programmabegroting 2023 komt grotendeels overeen met de kadernota 2023 alleen het indexatiepercentage is door de hogere inflatiecijfers hoger dan in de kadernota was voorzien. Dit hogere effect is in de begroting 2023 meegenomen.

Sociaal domein
Jaarlijks bij de begroting gebruiken we de meest recente trends en ontwikkelingen om de kosten voor het sociaal domein voor het volgende jaar zo reëel mogelijk te ramen. We zien nog steeds een toename van met name de voorzieningen hulp bij huishouden en regionale jeugdhulp. Op basis van deze ontwikkelingen en rekening houdend met prognoses is het noodzakelijk de uitgavenraming naar boven bij te stellen. Voor de prijs- en loonstijgingen is de compensatie die we via de algemene uitkering gemeentefonds ontvangen ingezet ter dekking van deze kostenstijgingen.

Leges omgevingsplannen/milieuleges
De gemeente kan voor haar dienstverlening bij ruimtelijke initiatieven haar kosten verhalen via de leges en/of via anterieure overeenkomsten. Op basis van een verwacht stijgend aantal ruimtelijke initiatieven is een inschatting gemaakt van de meeropbrengsten a € 280.000 die via de leges / het kostenverhaal te verwachten zijn.

Met de komst van de omgevingswet per 1 januari 2023 milieuleges geheven voor milieubelastende activiteiten van bedrijven. De werkzaamheden hiervoor worden (voor het grootste deel) door de OMWB verricht. Tot 1 januari was het echter wettelijk niet toegestaan om hiervoor leges in rekening te brengen, maar met de komst van de omgevingswet wel. Op basis van de kostprijs van de OMWB en een inschatting van het aantal wordt de opbrengst hiervoor op € 92.000 geschat.

Onroerende zaakbelasting
De opbrengsten in onze meerjarenbegroting worden geraamd tegen constante prijzen. Dat wil zeggen dat de opbrengst die voor 2022 is berekend ook in de meerjarenraming is opgenomen. Door indexatie en areaaluitbreidingen neemt deze opbrengsten toe. Bij de voorjaarsnota was al een stijging ingerekend; op basis van de prognoses in de zomer, is deze nog iets naar boven bijgesteld.

Pachtinkomsten
De reguliere pachtprijzen worden jaarlijks door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland vastgesteld. Het tarief voor 2023 stijgt met 4% ten opzichte van 2022. Ook de inkomsten uit erfpachtcanons zijn hoger dan in 2022.

Overige verschillen
Diverse kleinere posten hebben een effect op het resultaat van de begroting. Het totaal van de verschillen komt terug in de verschillenanalyse per programma.

Structurele saldo

Voor het oordeel of de begroting structureel sluitend is, moet het saldo gezuiverd worden van incidentele lasten en baten. Voor de provinciaal toezichthouder is dit saldo bepalend voor het oordeel over de begroting.

Het structurele saldo meerjarig ziet er als volgt uit (een specificatie van de incidentele posten vindt u in de financiële begroting onder ‘meerjarig overzicht éénmalige baten en lasten’).

Structurele saldo (x € 1.000):

2023

2024

2025

2026

Saldo baten en lasten excl. reservemutaties

2.399

3.125

6.677

741

Toevoegingen (+) en onttrekkingen (-) aan reserves

2.335

1.730

1.345

1.191

Begrotingssaldo na bestemming

64

1.395

5.332

- 450

Waarvan incidentele lasten (+) en baten (-)

1.966

2.195

1.601

1.479

Structureel begrotingssaldo

2.030

3.590

6.933

1.029

Structurele kapitaallasten (her)investeringen (50%)

- 120

- 133

- 37

- 39

Structureel begrotingssaldo definitief

1.910

3.457

6.896

990

In de verschillende handreikingen van de provinciaal toezichthouder is voorgeschreven hoe dit overzicht opgesteld moet worden. De eerste regel betreft het saldo van baten en lasten exclusief reservemutaties. Omdat de reservemutaties zich kenmerken als incidentele lasten en baten, geeft deze regel aan in hoeverre het saldo zonder reservemutaties positief/negatief is. Door de reservemutaties er weer bij te tellen, komen we weer uit op het ‘feitelijke’ begrotingssaldo.
Door daarna alle incidentele baten en lasten te corrigeren ontstaat het structurele saldo. Deze correctie betreft naast alle reservemutaties ook eventuele incidentele lasten en baten uit de exploitatie. Dit zijn lasten en baten die naar de aard van de uitgaven als incidenteel worden aangemerkt. Zie het ‘meerjarig overzicht éénmalige baten en lasten’ in deze begroting voor een specificatie van deze regel.
De laatste correctie betreft de kapitaallasten van nieuwe of herinvesteringen die in de begroting zijn opgenomen. De notitie materiële vaste activa van de Commissie BBV geeft meerdere mogelijkheden voor het moment van starten met afschrijven. Hieronder valt de mogelijkheid waarbij er geen kapitaallasten in de exploitatie worden geraamd in het jaar van investeren. Dit is bijvoorbeeld het geval als wordt gestart met afschrijven vanaf het boekjaar volgend op het jaar waarin het kapitaalgoed gereed komt/verworven wordt. Ook wij passen deze systematiek toe. De toezichthouder beveelt in dat geval aan om (ten minste) 50% van de kapitaallasten van nieuwe (her)investeringen extracomptabel te betrekken bij de presentatie van de structurele begrotingssaldi in het jaar van investeren.

In de begroting 2023 hebben we voor de compensatie jeugd alleen de middelen opgenomen die totnutoe in de circulaires van het gemeentefonds zijn verwerkt. Dat betreft een compensatie tot en met 2023. Rijk en VNG werken op dit moment aan de Hervormingagenda jeugdzorg. Deze zal naar verwachting dit najaar worden afgerond. Vooruitlopend hierop zijn voor de jaren 2022 en 2023 aanvullende, incidentele middelen toegevoegd aan het gemeentefonds, in lijn met de financiële reeks van de uitspraak van de Commissie van Wijzen (CvW). Naast de besparingsopgave die volgt uit de uitspraak van de Commissie van Wijzen heeft het kabinet besloten tot het realiseren van de aanvullende besparing van structureel € 511 miljoen, welke een Rijksverantwoordelijkheid is. Concreet betekent dit dat het aan de Rijksoverheid is om de besparing in te vullen met (wettelijke) maatregelen. Het gaat daarbij om maatregelen waardoor gemeenten minder uit gaan geven of waarbij alternatieve inkomsten gegenereerd worden (bijv. door middel van de invoering van een eigen bijdrage). Ook draagt het Rijk het budgettaire risico in geval (een deel van) deze maatregelen geen of niet tijdig doorgang vinden.
Dit alles riep de vraag op hoe gemeenten in hun begroting voor 2023 om moesten gaan met de raming voor jeugd. De provincie heeft daarvoor met een richtlijn gekomen die als volgt luidt:
- Gemeenten mogen in de jaarschijven 2024 tot en met 2026 de middelen in lijn met de financiële reeks van de uitspraak van de Commissie van Wijzen meenemen in hun meerjarenraming.
- Daarnaast mogen gemeenten in hun begroting rekening houden met een besparing van €100 miljoen in 2024, €500 miljoen in 2025, € 500 miljoen in 2026 en vanaf 2027 € 511 miljoen structureel als gevolg van maatregelen die het Rijk zal uitwerken.

Voor Heusden zou (zowel het feitelijke als het structurele) saldo voor 2024 e.v. toenemen met respectievelijk € 2,4, € 2,1 en € 1,3 mln. indien wij deze richtlijn hadden gevolgd. Wij hebben er echter voor gekozen onze bestendige lijn te volgen en deze middelen nog niet te verwerken in de nu voorliggende begroting, maar dat pas te doen op het moment dat de definitieve bedragen voor 2024 e.v. bekend zijn en opgenomen worden in een circulaire van het gemeentefonds.

Verder speelt nog de herverdeling van het gemeentefonds. In de meicirculaire 2022 is het nieuwe verdeelmodel financieel vertaald met ingang van 1 januari 2023. Zoals reeds gemeld in onze voorjaarsnota 2022 en de raadsinformatiebrief naar aanleiding van de meicirculaire wordt er gewerkt met een maximaal voorlopig ingroeipad. Vooralsnog beperkt tot 3 jaar. Voor ons geldt het maximaal positieve effect van aanvullend € 7,50 per inwoner in 2023, € 22,50 in 2024 en € 37,50 in 2025 en verdere jaren. Op basis van de nog nader uit te voeren onderzoeken door het ministerie van BZK vindt op een later moment (op z’n vroegst in 2023) een verdere verhoging plaats tot een nieuw nog vast te stellen maximum. Indien deze onderzoeken het nieuwe verdeelmodel bevestigen, is een verdere verhoging in 2026 aannemelijk. Ook hiervoor geldt de lijn dat we in deze begroting alleen verwerken wat in de meicirculaire gemeentefonds is opgenomen en is er voor 2026 nog geen rekening gehouden met een verder herverdeeleffect.

De ‘dip’ van het saldo in 2026 wordt veroorzaakt door de terugval van de algemene uitkering in 2026. Dit komt omdat de algemene uitkering tot en met 2025 gekoppeld is aan de hogere rijksuitgaven van de huidige kabinetsperiode. Zie ook raadsinformatiebrief n.a.v. de meicirculaire gemeentefonds.

Het is niet aannemelijk dat na 2025 de algemene uitkering zover terugvalt; immers ook in de nieuwe regeerperiode zal er een regeerakkoord komen dat vraagt om (vervolg) rijksuitgaven.

Algemene Reserve

De verwachte stand van de algemene reserve per 1-1-2023 bedraagt € 29,7 mln. Het meerjarig verloop vertoont op grond van de nu opgestelde meerjarenbegroting het volgende beeld. Het weergegeven minimumniveau betreft de benodigd aan te houden buffer binnen de algemene reserve ten behoeve van het berekende weerstandsvermogen op de peildata bij de jaarrekening / begroting om minimaal te voldoen aan een weerstandsratio van ten minste 1,4.

In 2022 wordt op basis van het raadsvoorstel beleidsplan wegen een bedrag van € 2,3 mln. uit de algemene reserve onttrokken ten behoeve van een voorziening onderhoud wegen.
Voor 2023 zijn onttrekkingen voorzien voor de realisatie van het fietspad langs de Tuinbouwweg/D. Óultremondweg (€ 1,95 mln.), het onderhoud aan de Burgemeester Schweitzertunnel (€ 700.000) en frictiekosten Voorste Venne (€ 25.000).

De onttrekking voor de realisatie van de Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL) is voorzien in 2024. Daarbij is nog geen rekening gehouden met het nog aanvullend benodigde uitvoeringskrediet door de verder vertraagde uitvoering en de kostenstijgingen door inflatie. Hiervoor volgt nog een raadsvoorstel na uitspraak van de Raad van State. De algemene reserve wordt gevoed door winstnemingen uit bouwgrondexploitaties. Er is in het meerjarig verloop geen rekening gehouden met toekomstige rekeningresultaten.  

Deze pagina is gebouwd op 09/28/2022 11:58:42 met de export van 09/28/2022 11:36:47